Na regen komt toch zonneschijn?
Wat als tranen en zonnestralen elkaar ontmoeten.
Ik merk het aan mijn gemoed nu buiten de dagen alleen maar korter lijken te worden. De zon schuift opzij voor de regen. Er hangen meer wolken. Donkere wolken. Soms voel ik me alsof ik zelf die regen ben; neerslachtig en zwaar. Vorig jaar verruilden we de wintermaanden nog voor de zon; dit jaar staat dat niet op de planning. Of ik daar blij mee ben, weet ik niet.
Er was iets geruststellends aan ertussenuit glippen naar warmte en licht. Vorig jaar hield de mist de zon nog weg als nooit tevoren, en ik hoop dat dat record dit jaar niet gebroken wordt. Het heeft namelijk geen positief effect op mij. Voorheen had ik daar nooit zoveel last van als nu. Misschien moet ik me er ook maar gewoon bij neerleggen: in bed kruipen als dat goed voelt, mijn tranen toelaten. Want als het buiten regent, waarom zou het dan binnen niet mogen regenen?
Misschien is het juist wel goed om die regen toe te laten, de zon even buiten te houden en mee te gaan in het gevoel. Niet krampachtig vast houden aan me goed willen voelen en maar door blijven gaan. Telkens weer maakte mijn verdriet namelijk ruimte voor iets zachters, maar erdoorheen gaan is zo pijnlijk. Het brengt zoveel boosheid in me omhoog, een vuur dat gevoed wordt door machteloosheid en het onrecht dat ik ervaar.
En als ik diep wegzink in dit verdriet gebeurt er iets met me: mijn keel knijpt af en toe dicht, ik haal moeilijker adem en wil het liefst alles uitspreken, of eigenlijk uitschreeuwen omdat ik Fleure zo mis. Haar fysieke aanwezigheid mis ik nog wel het meest. Ik zie haar overal voor me, ik wil met haar knuffelen, met haar spelen, zien hoe ze zichzelf aan tafel optrekt om te oefenen op haar eigen beentjes te gaan staan. Nu dat niet meer kan, voelen ook mijn eigen benen moe; ze willen liever naar bed.
Ik kruip het liefst onder de dekens, sluit mijn ogen en zie het beeld van die foto in het ziekenhuis dat in mijn gedachten is blijven hangen. Daar lig ik als papa samen met jou. Maar die lege blik in mijn ogen, en jouw oogjes gesloten, horen niet in dit plaatje thuis. Misschien zou ik het liefst een winterslaap houden, samen met jou mijn meisje. Kon ik dat moment oneindig laten duren, omdat je toen in ieder geval nog bij me was, veilig in mijn armen. Toch merk ik dat juist mijn tranen, net als de regen, het licht voeden. En in dat licht voel ik jou: mijn meisje, dat verder leeft in mij. Want jij, mijn allerliefste Fleure, bent de zonnestraal die telkens opnieuw door de wolken heen in mijn hart verschijnt. En omdat jouw licht er altijd zal zijn, komt na regen zonneschijn. Maar nog mooier is het als beide tegelijk mogen bestaan, want dan verschijnt er een regenboog die eeuwig blijft voortbestaan.



Weer ontroerend mooi opgeschreven. ❤️